Accordions
Burgemeester Henry Briers onthulde op 17 september 1922 het oorlogsmonument op het Gemeenteplein. Het is het enige gekende herdenkingsmonument van de Vilvoordse architect Alfred Minner.
Op het kalkstenen gedenkteken prijkt een vergulde bronzen Belgische soldatenhelm die rust op het Limburgse wapenschild en een lauwerkrans. Er onder bevinden zich aan de vier zijden gestileerde vlammen die verwijzen naar de 63 huizen die door de Duitsers in 1914 werden platgebrand. Er onder bevindt zich een kruisje. Na WO II werden de jaartallen 1914, 1918, 1940, 1945 aangebracht. Beneden lezen we “Eeuwig vrij en blij in vrede”. Aan de westzijde werden 14 namen gebeiteld van de Lummense soldaten die de Eerste Wereldoorlog niet overleefden. Aan de oostzijde zijn de namen van 4 Lummense burgerslachtoffers gebeiteld. Aan de achterzijde lezen we ‘Henry Briers burgemeester Lummen den 17 september 1922’.
Het gemeentebestuur voorziet een opwaardering van dit herdenkingsmonument. Hiervoor zal er samengewerkt worden met een aannemer. De restauratie gebeurt volgens het advies van Monumentenwacht en omvat de volgende stappen:
1) Reinigen en beschermen van het brons
2) Vergulden bronzen helm en letters met reinigen ondergrond, aanbrengen van een epoxylaag en mixtionvergulding
3) Reparatie en hervoegen steen
Er zal ook een infozuil met meer informatie over het monument aan het herdenkingsmonument geplaatst worden, zoals dit in Lummen bij alle nieuwe erfgoedprojecten gedaan wordt.
De restauratie van dit herdenkingsmonument kadert in de verschillende andere initiatieven die het gemeentebestuur van Lummen heeft gedaan of doet in het kader van WO-erfgoed, namelijk de opwaardering en de ontsluiting van de loopgraven in de Geneikenstraat, opwaardering en restauratie van het herdenkingsmonument langs de Kerk van Lummen centrum met een Jong Redt Oud-project en deelname aan het toekomstige intergemeentelijke WO II-ontsluitingsproject van IOED Lage Kempen. Ook dit project van de restauratie van het herdenkingsmonument wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van de provincie Limburg.